Aosta Sweater 3.0
De Aosta Sweater krijgt een update. Dit was het tweede patroon voor een kledingstuk dat ik ooit heb geschreven. Tijdens de zomer van 2020 heb ik het patroon tegelijk uitgewerkt met het patroon van mijn eerste kledingstuk. Sinds die tijd heb ik heel veel geleerd over het schrijven van patronen. Ik hoop dat dit terug te zien is in deze 3.0 versie van de sweater. Dit patroon heeft een speciaal plekje in mijn hart, en ik weet dat ik daarin niet de enige ben. Ik hoop dat je net zo geniet van het maken van jouw Aosta Sweater als ik heb genoten van het zien van alle verschillende Aosta Sweaters die de afgelopen jaren in de wereld zijn verschenen.
De sweater wordt gebreid in de Andalusische steek, van boven naar beneden en in het rond, met een bulky-weight garen (garencategorie 5) samen gehouden met een lace-weight garen (garencategorie 0). Je begint met het breien van een dubbel gevouwen nekboord. Vervolgens vorm je de sweater door het breien van German short rows (verkorte toeren op de Duitse manier) en raglan meerderingen. Wanneer de pas klaar is, zet je de mouwen op een restje garen of een extra kabel en brei je door aan het lijfje totdat je de gewenste lengte bereikt. Daarna pak je de steken voor de mouwen op en brei je deze met eventuele minderingen om een licht toelopende mouw te creëren. Ik raad je aan om het lijfje en de mouwen af te kanten met de tubulaire afkantmethode. Je kunt echter ook een andere afkantmethode gebruiken als dit jouw voorkeur heeft.
De moeilijkheidsgraad van dit patroon is makkelijk tot gevorderd. De constructie bestaat uit een samengestelde raglan, dit houdt in dat de frequentie van de meerderingen voor iedere maat verandert tijdens het breien van de pas om zo een goede pasvorm te verkrijgen. In de praktijk is dit behoorlijk makkelijk, maar de geschreven instructies zien er iets gecompliceerder uit. Daarnaast moet je het stekenpatroon kunnen handhaven tijdens het breien van de sweater. Alle nieuwe technieken die in deze update van de sweater zijn toegevoegd – op de samengestelde raglan na – zijn optioneel, om het patroon zoveel mogelijk geschikt te laten voor beginners.
Wil ik Sanne de Niet (@chaicrafts) bedanken voor de Nederlandse vertaling van dit patroon.
De Aosta Sweater krijgt een update. Dit was het tweede patroon voor een kledingstuk dat ik ooit heb geschreven. Tijdens de zomer van 2020 heb ik het patroon tegelijk uitgewerkt met het patroon van mijn eerste kledingstuk. Sinds die tijd heb ik heel veel geleerd over het schrijven van patronen. Ik hoop dat dit terug te zien is in deze 3.0 versie van de sweater. Dit patroon heeft een speciaal plekje in mijn hart, en ik weet dat ik daarin niet de enige ben. Ik hoop dat je net zo geniet van het maken van jouw Aosta Sweater als ik heb genoten van het zien van alle verschillende Aosta Sweaters die de afgelopen jaren in de wereld zijn verschenen.
De sweater wordt gebreid in de Andalusische steek, van boven naar beneden en in het rond, met een bulky-weight garen (garencategorie 5) samen gehouden met een lace-weight garen (garencategorie 0). Je begint met het breien van een dubbel gevouwen nekboord. Vervolgens vorm je de sweater door het breien van German short rows (verkorte toeren op de Duitse manier) en raglan meerderingen. Wanneer de pas klaar is, zet je de mouwen op een restje garen of een extra kabel en brei je door aan het lijfje totdat je de gewenste lengte bereikt. Daarna pak je de steken voor de mouwen op en brei je deze met eventuele minderingen om een licht toelopende mouw te creëren. Ik raad je aan om het lijfje en de mouwen af te kanten met de tubulaire afkantmethode. Je kunt echter ook een andere afkantmethode gebruiken als dit jouw voorkeur heeft.
De moeilijkheidsgraad van dit patroon is makkelijk tot gevorderd. De constructie bestaat uit een samengestelde raglan, dit houdt in dat de frequentie van de meerderingen voor iedere maat verandert tijdens het breien van de pas om zo een goede pasvorm te verkrijgen. In de praktijk is dit behoorlijk makkelijk, maar de geschreven instructies zien er iets gecompliceerder uit. Daarnaast moet je het stekenpatroon kunnen handhaven tijdens het breien van de sweater. Alle nieuwe technieken die in deze update van de sweater zijn toegevoegd – op de samengestelde raglan na – zijn optioneel, om het patroon zoveel mogelijk geschikt te laten voor beginners.
Wil ik Sanne de Niet (@chaicrafts) bedanken voor de Nederlandse vertaling van dit patroon.
De Aosta Sweater krijgt een update. Dit was het tweede patroon voor een kledingstuk dat ik ooit heb geschreven. Tijdens de zomer van 2020 heb ik het patroon tegelijk uitgewerkt met het patroon van mijn eerste kledingstuk. Sinds die tijd heb ik heel veel geleerd over het schrijven van patronen. Ik hoop dat dit terug te zien is in deze 3.0 versie van de sweater. Dit patroon heeft een speciaal plekje in mijn hart, en ik weet dat ik daarin niet de enige ben. Ik hoop dat je net zo geniet van het maken van jouw Aosta Sweater als ik heb genoten van het zien van alle verschillende Aosta Sweaters die de afgelopen jaren in de wereld zijn verschenen.
De sweater wordt gebreid in de Andalusische steek, van boven naar beneden en in het rond, met een bulky-weight garen (garencategorie 5) samen gehouden met een lace-weight garen (garencategorie 0). Je begint met het breien van een dubbel gevouwen nekboord. Vervolgens vorm je de sweater door het breien van German short rows (verkorte toeren op de Duitse manier) en raglan meerderingen. Wanneer de pas klaar is, zet je de mouwen op een restje garen of een extra kabel en brei je door aan het lijfje totdat je de gewenste lengte bereikt. Daarna pak je de steken voor de mouwen op en brei je deze met eventuele minderingen om een licht toelopende mouw te creëren. Ik raad je aan om het lijfje en de mouwen af te kanten met de tubulaire afkantmethode. Je kunt echter ook een andere afkantmethode gebruiken als dit jouw voorkeur heeft.
De moeilijkheidsgraad van dit patroon is makkelijk tot gevorderd. De constructie bestaat uit een samengestelde raglan, dit houdt in dat de frequentie van de meerderingen voor iedere maat verandert tijdens het breien van de pas om zo een goede pasvorm te verkrijgen. In de praktijk is dit behoorlijk makkelijk, maar de geschreven instructies zien er iets gecompliceerder uit. Daarnaast moet je het stekenpatroon kunnen handhaven tijdens het breien van de sweater. Alle nieuwe technieken die in deze update van de sweater zijn toegevoegd – op de samengestelde raglan na – zijn optioneel, om het patroon zoveel mogelijk geschikt te laten voor beginners.
Wil ik Sanne de Niet (@chaicrafts) bedanken voor de Nederlandse vertaling van dit patroon.
Benodigdheden & Pasvorm
Breinaalden en overige benodigdheden: 6 mm (40- en 80/100-cm kabel) en 7 mm (40-, 60-, 80-, en/of 100-cm kabel) rondbreinaalden.
Je hebt 8 steekmarkeerders nodig, waarvan één in een contrasterende kleur om het begin van de toer aan te geven. Overige benodigdheden zijn elastiekgaren (optioneel), een stopnaald, en een paar extra naalden/restje garen/stekenhouders om de steken voor de mouwen op te zetten. Een verwijderbare steekmarkeerder kan handig zijn voor het tubulair afkanten en voor het meten van de mouwlengte.
Garen: Ongeveer 5 (5) 5 (6) 6, (6) 7 (7) 8 (8) 9 bollen Sandnes Garn Kos (62% alpaca, 29% nylon, 9% wol; 150 m/50 g), en 5 (5) 5 (6) 5, (6) 6 (6) 7 (7) 8 bollen Filcolana Alva (100% alpaca; 175 m/25 g). De hele trui wordt gebreid met een draad van beide garens samengehouden.
Dit betekent dat je in totaal ongeveer 750 (750) 750 (900) 900, (900) 1,050 (1,050) 1,200 (1,200) 1,350 m Sandnes Garn Kos en 875 (875) 875 (1,050) 1,050, (1,050) 1,050 (1,050) 1,225 (1,225) 1,400 m Filcolana Alva nodig hebt.
Alternatieve garens: Ieder bulky-weight garen (garencategorie 5) met een goede stekendefinitie is een goede optie. Drops Air zou waarschijnlijk het beste alternatief zijn, hoeveel Kit Couture Blow Garn ook heel geschikt is en beschikbaar is in veel leuke, gespikkelde kleuren. Je kunt ook 1 of 2 draden lace-weight (garencategorie 0) mohair gebruiken in plaats van Filcolana Alva, of een garen gebruiken zoals Fiberspates Cumulus (74% baby suri alpaca, 26% zijde; 150 m/25g) of Drops Brushed Alpaca Silk (77% alpaca, 23% zijde; 140 m/25 g) voor een pluizigere trui. Als je niet van ‘blow garen’ houdt, kun je ook een bulky-weight (garencategorie 5) garen gebruiken met een andere textuur, zoals Lopi Álafoss Lopi (100% IJslandse wol; 100m/100 g).
Stekenverhouding: 14 steken x 21 toeren in Andalusische steek op 7 mm breinaalden = 10 x 10 cm. Zorg dat je het proeflapje wast en blockt voor het beste resultaat. Houd er rekening mee dat ik mijn toeren strakker brei dan gemiddeld. Dit is echter niet heel belangrijk in dit patroon. Indien nodig kun je een naalddikte groter of kleiner kiezen om de juiste stekenverhouding te krijgen. Probeer hierbij in stapjes van 0.5 mm te werken.
Maten en overwijdte: De Aosta Sweater heeft een overwijdte van ongeveer 5-12 cm voor Maat A-H, en een overwijdte van 5-16.5 cm voor Maat I-K rond de borst. Dit betekent dat de omvang van de trui 5-12 cm / 5 – 16.5 cm groter is dan jouw eigen borstomvang. Als je jouw trui graag wijder draagt, kun je een grotere maat kiezen. Als je jouw trui graag strakker draagt, kun je een kleinere maat kiezen. Het voorbeeld op de foto’s is een Maat D en wordt gedragen door een model met een borstomvang van 92 cm. Gebruikt het schema hieronder om de beste maat te vinden voor jouw borstomvang.
Maat: A (B) C (D) E, (F) G (H) I (J) K
Borstomvang (cm): 75-80 (80-85) 85-90 (90-95) 95-100, (100-105) 105-110 (110-115) 115-125 (125-135) 135-145
Borstomvang van het kledingstuk (cm): 85.7 (91.4) 97.1 (100) 105.7, (111.4) 117.1 (122.9) 131.4 (140) 151.4
Omvang van mouw ter hoogte van bovenarm (cm): 35.7 (37.1) 38.2 (39.4) 41.6, (43.9) 46.1 (48.4) 51.7 (55.1) 59.6
Aanbevolen mouwlengte (cm): 45, dit kan worden aangepast indien nodig
Diepte van de pas (cm): 14.25 (14.5) 15 (15.5) 15.75, (16.25) 16.5 (17) 17.75 (18.75) 19.5
Aanbevolen totale lengte, gemeten vanaf de onderkant van de nekboord tot de boord aan de onderkant (cm): 54 (56) 57 (60) 62, (64) 66 (68) 69 (70) 72